Social Network

Preventie

Let op! Tips. Zo beperken we schade.

Schade is zo ontstaan en kan soms aardig in de papieren lopen. Veel van deze schaden zijn te beperken of te voorkomen met maatregelen die heel simpel zijn. Daarom zien wij het als onze taak om u hier meer bewust van te maken. Vergeet niet, het kan zelfs mensenlevens redden.

Preventiemaatregelen voor woonappartementen

Preventiemaatregelen voor particulieren

Preventie brandschaden

 

Blusmiddelen

  1. Plaats sproeischuimblussers van 6kg op elke etage.
  2. Blussers duidelijk zichtbaar en goed ophangen.
  3. Bij voorkeur een onderhoudscontract afsluiten of schaf per appartement een branddeken en een schuimblusser van 2 liter aan.
  4. Jaarlijkse controle van de droge blusleidingen.
  5. Plaats een sprinkler in het afvalhok.

Rookmelders

  1. Plaats rookmelders in centrale ruimten van appartementen en in de liftruimte. Bij voorkeur 220v gevoed. Zorg dat ze hoorbaar zijn.

Elektra

  1. Houdt meterkasten vrij van opslag.
  2. Maak geen gebruik van automatische schroefzekeringen, deze zijn brandgevaarlijk.
  3. Schakel elektrische apparatuur altijd uit.
  4. Het liefst niets op stand by.
  5. Maak elektrische apparaten regelmatig schoon.
  6. Haal opladers die niet gebruikt worden uit het stopcontact.
  7. Beperk het gebruik van stekkerdozen en verlengsnoeren.
  8. Bij een hoofdverdeling 1x per 3 jaar thermografisch onderzoek laten verrichten.
  9. Laat cv’s en of geisers jaarlijks controleren. Let op bij open cv ketels en geisers op de kleur van de vlam. Als deze geel is, is het waarschijnlijk dat de verbranding onvolledig is en er koolmonoxidegas gevormd wordt. Koolmonoxide is dodelijk.
 

Vluchtwegen

  1. Controleer of de vluchtwegen vrij zijn van obstakels.
  2. Controleer of de vluchtwegaanduiding en noodverlichting goed zichtbaar zijn.
  3. Zorg voor een vluchtplan.

Brandcompartimentering

  1. Controleer de staat van de brandwanden.
  2. Controleer de werking van de deurdrangers.
  3. Controleer doorvoeren op een juiste brandwerende afdichting.

Brandgevaarlijke werkzaamheden

  1. Laat de aannemer bij brandgevaarlijke werkzaamheden (branden, lassen, slijpen e.d) het formulier brandgevaarlijke werkzaamheden invullen en tekenen. U kunt deze downloaden op www.vve-zeerzeker.com.

particulier-brand

Alledaagse maatregelen

  1. Laat de tv niet onnodig stand by staan.
  2. Leg geen snoeren onder het tapijt.
  3. Zorg dat de schoorsteen 1 x per jaar wordt geveegd in combinatie met een inspectie.
  4. Zorg bij een open haard voor een vonkenvanger.
  5. Rook nooit in bed.
  6. Leeg asbakken nooit zomaar in een prullenbak.
  7. Houdt kaarsen en waxinelichtjes weg van brandbare materialen.
  8. Zorg ervoor dat lucifers en of aanstekers buiten het bereik van kinderen blijven.
  9. Laat een strijkbout nooit onbewaakt achter.
  10. Doof sigaretten nooit in een prullenmand.
  11. Verschoon regelmatig het filter van uw afzuigkap. Vet kan vlam vatten.
  12. Hang wasgoed nooit te dicht bij een kachel.
  13. Gebruik geen driewegstekkers. Snelle overbelasting waardoor er kortsluiting ontstaat.
  14. Zorg dat lampen rondom vrij zijn van stoffering, papier, kleding etc lampen worden namelijk heet en kunnen op enige afstand iets in brand steken.
  15. De wasdroger is een bekende brandoorzaak in huis. Maak de filters telkens schoon. Zorg voor voldoende ventilatie. Sluit ze juist aan.
  16. Zorg voor bedrijfshulpverleners, zeker in een groot complex.
  17. Schaf een Automatische Externe Defibrillator(AED) aan.
  18. Voor de appartementen geldt ook een nette huishouding en afvalverwerking.

Vlam in de pan

Zet onmiddellijk het fornuis en de afzuigkap uit. Schuif het deksel van je af, over de pan. Laat deze zitten tot de vlam uit is of gebruik een blusdeken. Wikkel de bovenkant van de deken om je handen en leg hem over de pan. Bij brand bel de brandweer!

Preventie waterschaden

Preventie gericht op het voorkomen van waterschaden in huis vanuit aangesloten apparatuur.

  1. Plaats de boiler, wasmachine en droger op een plaats waar water minimale schade kan veroorzaken.
  2. Plaats watersloten tussen de kraan en was – vaatwasmachine aan de kraanzijde, maar denk ook aan koffiemachines welke rechtstreeks op een waterleiding zijn aangesloten.
  3. Laat was - en vaatwasmachine af en toe op maximale temperatuur draaien. Zo breken zeepresten af en wordt verstopping voorkomen.
  4. Zet afvoerslangen van was – en vaatmachines goed vast in de afvoeren.
  5. Zet wasmachines bij voorkeur in een lekbak en sluit de lekbak aan op een afvoer.
  6. Maak regelmatig het filter van je was - en vaatwasmachine schoon.
  7. Maak alleen gebruik van flexibele slangen als dit strikt noodzakelijk is.
  8. Zet afvoerslangen met een beugel vast. Controleer regelmatig de bevestiging en deugdelijkheid van de beugels en leidingen, speciaal bij gebruik van flexibele slangen (op scheurtjes).
  9. Koppel vulslangen van cv’s zoveel mogelijk gelijk af. Draai de waterkraan dicht.
  10. Sluit een onderhoudscontract af voor de hydrofor.
  11. Controleer regelmatig de druk van de CV ketel. Moet u regelmatig bijvullen dan loopt er ergens water weg. Neem dan direct contact op met uw installateur.
  12. Reinig periodiek de open overstortaansluitingen / sifons van boliers en cv combiketels in afvoerleidingen.
  13. Sluit een onderhoudscontract voor de CV ketel af.

Preventie gericht op het voorkomen van overige waterschaden door maatregelen in huis.

  1. Controleer regelmatig de kitranden van het aanrecht, bad en de douche en vervang deze indien nodig (schade die hierdoor ontstaan is niet altijd gedekt op de opstalpolis). Verkleuring en of schimmel zijn een teken zijn van een mogelijk loszittende kitnaad
  2. Controleer regelmatig de voegen bij het bad en douche en vervang deze indien nodig (schade die hierdoor ontstaan is niet altijd gedekt op de opstal-polis).
  3. Controleer op de aanwezigheid van deugdelijke afdichtingen achter de rozetten van bad – en douchemengkranen.
  4. Controleer regelmatig putjes en zwanen halsen en gooi geen frituurvet door de gootsteen.
  5. Wanneer afvoeren slecht doorlopen niet wachten met reinigen maar direct ontstoppen.
  6. Gooi maandelijks een eetlepel soda en heet water in de afvoeren. Dit voorkomt bijvoorbeeld het aankoeken van leidingen.
  7. Gebruik geen chemische ontstoppers, die kunnen zo agressief zijn dat ze lekkage in de leiding kunnen veroorzaken.
  8. Om te voorkomen dat je bij het boren een leiding raakt kun je het beste een leiding-zoeker gebruiken voordat je begint met boren.
  9. Weet waar de hoofdleiding van het water in je huis zit zodat je deze snel kunt dichtdraaien bij een calamiteit.
  10. Plaats waar nodig en mogelijk waterdetectoren bijvoorbeeld in kelders.
  11. Kelders zijn vaak het laagste punt. Plaats daarom zaken zoveel mogelijk 10 tot 20 cm van de vloer.
  12. In oude woningen zijn andere materialen gebruikt dan in moderne woningen. Pvc van de afvoerleidingen in woningen van voor 1980 is van mindere kwaliteit dan de latere woningen. Indien staal of lood is gebruikt bij leidingen, is de kans op waterschade op korte termijn erg groot. Stel daarom een plan op om dergelijke leidingen te vervangen en reserveer hiervoor financiële ruimte. Het zal lonend blijken om stalen en loden aanvoerleidingen te laten vernieuwen. Maar ook het beoordelen en zo nodig vervangen of veranderen van afvoerleidingen kan veel ellende voorkomen.
  13. Ziet u lekkagesporen. Onderneem gelijk actie waardoor ergere schade wordt voorkomen.
  14. Zorg dat uw huis aan de binnenkant goed onderhouden wordt.

Preventie gericht op het voorkomen van waterschaden in huis door maatregelen buiten aan het huis.

    1. Neem in standleidingen van uw hemelwaterafvoeren vlak boven de grond een bladvanger op. Die voorkomt dat vuil van uw dak in het riool terecht komt met mogelijk verstopping als gevolg. Maar ook zorgt deze ervoor dat als het riool het water niet aankan, uw dak het water toch kwijt kan (dat stroomt dan op de grond) en het teveel aan water in het riool hier uitstroomt en niet op een hogere plek.
    2. Reinig periodiek goten en hemelwaterafvoeren. Sluit hier eventueel een onderhoudscontract voor af.
    3. Controleer regelmatig de met bitumen gedekte daken (denk ook aan dakkapellen en garages) op scheurtjes e.d. of sluit een onderhoudscontract af voor een jaarlijkse dakinspectie. Denk hierbij aan de dakbedekking zelf maar ook aan alle hemelwaterafvoeren, noodoverlopen en aansluitingen met opgaande gevels
    4. Houd het dak zoveel mogelijk blader en zwerfvuil vrij. Zeker met de herfst of na een storm.
    5. Denk aan dakgoot-preventie. Dit is een rooster waarop bladeren met takjes blijven liggen, waardoor het regenwater snel afgevoerd kan worden.
    6. Plaats stalen boldraadroosters om verstopping van de regenpijpen te voorkomen en maak deze ook regelmatig schoon.
    7. Bij platte daken zorgen voor voldoende noodoverlopen of waterspuwers zodat overtollig water weg kan.
    8. Controleer na een storm of alle dakpannen nog recht liggen.
    9. Blijft er water op het dak staan, laat het dan controleren op doorbuiging op die plek. Bespreek met een dakdekker of de plasvorming een reden is om de waterafvoer te veranderen.
    10. Controleer of het loodwerk van bijvoorbeeld daken, dakkapellen, de aansluiting op metselwerk e.d. niet is opgewaaid (na bijvoorbeeld een storm) of gescheurd is.
    11. Probeer bij zware of langdurige sneeuwval het dak en de dakgoot zoveel mogelijk sneeuwvrij te houden, vooral bij een plat dak.
    12. Vergeet het voegwerk van de gevel niet te controleren, want daar kunnen scheurtjes in ontstaan die ook lekkage kunnen veroorzaken.
    13. Controleer ook het schilderwerk. Wacht niet tot het verf gaat bladeren, maar plan in een eerder stadium groot onderhoud.
    14. Laat jaarlijks het verfwerk reinigen, dan gaat het ook langer mee.
    15. Zorg dat uw huis aan de buitenzijde goed onderhouden wordt.

Preventie gericht op het voorkomen van waterschade in huis door maatregelen om en rond het huis.

  1. Ga niet je hele tuin bestraten, maar breng ook tuinen aan, zodat regenwater door de bodem kan worden opgenomen en niet direct het riool instroomt.
  2. Laat bestrating vanaf uw huis naar beneden lopen in plaats van andersom.
  3. Bekijk of wateropvang (buffering) mogelijk is. Bijvoorbeeld in de tuin of in bakken.
  4. Waterbuffering kan ook op het dak. Denk hierbij aan groene daken. In opkomst zijn de blauw groene daken waar er een extra opslagruimte om regenwater op te slaan is gecreëerd.
  5. Of het aanleggen van ontlast-putten zodat hemelwater tijdelijk wordt opgevangen en gedoseerd afgevoerd kan worden naar bijvoorbeeld de straat.
  6. Controleer keerkleppen bij lager gelegen afvoeren of deze naar behoren functioneren.

Preventie gericht op het voorkomen van waterschade in huis door aanbouw aan de achterzijde van de woning.

Vorstgevoelige plaatsen voor leidingen zijn o.a.: onverwarmde en tochtige plaatsen. Denk hierbij aan ruimten achter knieschotten, beperkte geïsoleerde daken, rieten daken, naast en boven onverwarmde ruimten en buitenmuren. Niet zelden is in oude woningen leidingwerk in de muur opgenomen, onder vloeren in tochtige kruipruimten of nabij de buitenmuren.Wat kunt u doen om waterschade door vorst te voorkomen;

  1. Tap gevoelige leidingen op tijd af voordat de winter begint.
  2. Als u leiding isolatie gebruikt, wees u er dan van bewust dat dit alleen niet vaak genoeg is. Breng dan ook een thermisch lint (elektrisch verwarmingslint)aan.
  3. Plaats in vorstgevoelige ruimten bijv. een elektrisch kachel op voldoende afstand van brandbare materialen.
  4. Gebruik vorstbestendige kranen.
  5. Voorkom stilstand water door alle radiatoren open te zetten.
  6. Plaats een thermostaat in vorstgevoelige ruimten.
  7. Laat een deskundige uw bevroren leidingen ontdooien.

Preventie gericht op het voorkomen van waterschade in huis door aanbouw aan de achterzijde van de woning.

  1. Sluit de afvoer van het hemelwaterafvoer van het dak van de woning separaat aan en loos niet op het nieuwe dak.
  2. Plaats de loodslabben in het opgaande metselwerk op voldoende hoogte en tegen het binnenspouwblad aan. Maak ook open stootvoeg in het buitenspuwblad.
  3. Snijd de loodslabben op voldoende hoogte boven het dak af, zodat er geen opzuiging van water kan ontstaan.
  4. Breng dakopstanden op voldoende hoogte aan.

Preventie gericht op het voorkomen van waterschade in huis bij nieuwbouw.

  1. Vraag uw architect een gebouw te ontwerpen met lage dakranden, zodat hemelwater altijd veilig het dak kan verlaten
  2. Indien een kelder is gepland, neem dan direct 2 grote pompen mee, die rekening houden met zware regenval, waarbij de ene pomp de andere kan overnemen. Bij te hoog water, een akoestische melding laten afgaan
  3. Plaats CV ketels nooit op plaatsen waar ze niet zichtbaar zijn, maar altijd op plaatsen, waarbij lekkages direct worden gesignaleerd.
  4. Bij kilgoten, altijd daklood zo hoog optrekken dat de goot kan overstromen, zonder dat het water onder de pannen uw gebouwen binnen loopt.
  5. Zorg er altijd voor dat in de dakrand voldoende noodoverstorten zijn geplaatst.

Preventie inbraakschaden

Voordeur woningen

  1. Plaats een compleet veiligheidsslot skg **. Dit bestaat uit een slot zelf, stalen sluitkom, veiligheidsbeslag en een veiligheidscilinder (denk ook aan de deur zelf) denk ook aan balkondeuren e.d.
  2. Plaats een anti-inbraakstrip op de voordeur.
  3. Plaats beveiligde brievenbussen, zodat hengelen niet mogelijk is.
  4. Doe overdag en ‘s avonds altijd het nachtslot er op. Denk hierbij aan flipperen.
  5. Sluit bij het weggaan alle ramen en deuren. Ook op de bovenverdiepingen. Men schuift een kliko of iets dergelijks er voor en men is zo binnen. Door gebroken glas zal een inbreker niet zo snel klimmen.
  6. Verstop geen sleutels in de voortuin en of schuur of iets dergelijks. Zo uniek is de plek niet waar u het verstopt. Inbrekers kennen deze plekken ook.
  7. Zorg dat de schuur ook op slot zit, wellicht voorziet u de inbreker anders met gereedschap dat in de schuur ligt wat het hem vergemakkelijkt om bij u binnen te komen. Denk ook aan een ladder welke in de tuin staat.
  8. Voor woningen gelegen op de begane grond is het advies om alle draairamen zonder slot te voorzien van een slot.(SKG) Bij bestaande raamhendels zonder slot is een oplegslot een mogelijke optie.
  9. Bij dure inboedels is het advies om een elektronisch alarm aan te schaffen.
  10. Bij een hoge waarde aan sieraden is het aanschaffen van een kluis aan te raden. Kluis wel laten verankeren.

Een inbreker komt het liefst langs als u er niet bent

  1. Via social media is het vaak eenvoudig te achterhalen of u weg bent of niet. Gebruikt u ook de afwezigheidassistent van uw e-mailprogramma?
  2. Het dichtdoen van de gordijnen tijdens uw vakantie is leuk, echter het valt overdag wel op.
  3. Vraag aan de buurtbewoners of ze tijdens uw vakantie een oogje in het zeil willen houden.

Een inbreker wil niet graag gezien worden.

  1. Ramen en deuren die vanaf de straat of tuin kant verder door niemand te zien zijn, zullen het eerste doelwit zijn. Schuttingen en begroeiingen zijn dus voor hen het perfecte hulpmiddel. Wees dus kritisch met het plaatsen hiervan.
  2. Plaats bij de voor en achter ingang schrikverlichting.


Tijd is een van de grootste vijanden van een inbreker

particulier-inbraak-2

particulier-inbraak

Preventie klussen en verbouwen

Algemeen

    1. Maak gebruik van de juiste materialen en gereedschappen. goed gereedschap is het halve werk.
    2. Koop materialen bij gespecialiseerde bedrijven en laat je daarover voorlichten, waardoor je de juiste keuze kan maken.
    3. Haastige spoed is zelden goed. Dat geldt ook met verbouwen. Niet even om 22.30 nog dat laatste klusje klaren. De kwaliteit wordt er niet beter op.
    4. Beter een week later klaar dan na een half jaar met de gebakken peren zitten.
    5. Schoenmaker blijf bij je leest. Dat geldt ook met verbouwen. Als je er geen verstand van hebt laat het dan over aan de specialisten.
    6. Houdt er rekening mee bij klussen /verbouwen in een bewoond huis dat dit extra gevaar kan opleveren voor de andere bewoners ( bezoekers ) Denk aan loshangende stopcontacten, aangesloten gereedschappen, ander losliggend bouwmateriaal.
    7. Houdt bij van welke bouwmaterialen gebruik wordt gemaakt en leg vast waar leidingen lopen. Denk aan tekeningen ervan of foto’s. Zeer handig bij een volgende verbouwing of bij een ontstane schade.

    Inbraak

    1. Tijdens een grote verbouwing kan inbraakbeveiliging extra aandacht behoeven. Diefstal van niet geplaatste keukens en CV’s is een bekend fenomeen. Laat het pas bezorgen zodra je denkt het te gaan plaatsen. Voorkom dat het enige tijd in de woning staat opgeslagen.
    2. Als je een kluis in huis hebt, weet iedereen die je tijdens de verbouwing helpt deze na de verbouwing ook te vinden. Houdt de kluis daarom buiten zicht of zoek een andere plaats.
    3. Zorg dat een alarminstallatie altijd in werkwaardige toestand blijft.
    4. Zorg ervoor dat het pand een bewoonde aanblik houdt, ook als je elders woont.

Brand

  1. Gebruik de juiste materialen en monteer op de juiste manier waardoor er veel brandgevaarlijke situaties worden vermeden. Solderen, verf afbranden en branden (dakbedekking) zijn een van de grootste oorzaken van brand. Neem voorzorgsmaatregelen als telefoon, branddeken, blusmiddel (tuinslang op waterkraan is ook goed) bij de hand.
  2. De grootste oorzaak van brand wordt gevormd in de elektrische installatie. Risico wat het meeste wordt onderschat. Het simpelweg gebruik maken van een verlengsnoer is al een behoorlijk risico.
  3. Laat aanpassingen in en aan elektrische installaties (is ook gewoon een simpel stopcontact) uitvoeren door bekwame mensen.
  4. Denk ook na over te gebruiken materialen. Het ene materiaal brand sneller dan het ander. Denk ook aan stoffen die vrij komen als materialen branden.

Water

  1. Met simpele handelingen voorkom je waterschaden. Draai bij werkzaamheden aan de waterleiding eerst de hoofdtrainer dicht.
  2. Verzeker je er van dat als je gaat boren er geen leidingen in de muur en of vloer zitten op het punt waar je gaat boren.
  3. Gebruik zo min mogelijk knel-koppelingen. Kans op lekkage neemt hierdoor toe.
  4. Bij oudere huizen alle stalen of loden waterleidingen vervangen door koperen.
  5. Voordat je muren of vloeren weer dicht maakt, zorg er dan voor dat je zeker weet dat alles dicht is (zet druk op de leidingen of laat ze afpersen).

particulier-verbouw2

particulier-verbouw1

Preventie stormschaden

Voor de storm

  1. Houd de weersinformatie en eventuele weeralarmen in de gaten.
  2. Sluit ramen en (garage)deuren of zet ze op de stormstand.
  3. Verwijder zoveel mogelijk lossen voorwerpen uit uw tuin. Denk hierbij aan uw tuinmeubels, terrasstoelen, partytenten, plantenbaken, bloempotten en terrasverwarmers. Zet ze het liefst binnen en of anders heel goed vast.
  4. Denk ook aan vuilnisbaken die in de voor en achter tuin staan.
  5. Klap parasols in en zet ze indien mogelijk binnen.
  6. Haal zonweringen en rolluiken op.
  7. Controleer de bevestiging van de zonwering of rolluiken en zorg dat deze niet tijdens de storm van de muur af kan komen.
  8. Controleer of schuttingen en of vlaggenmasten goed vast staan en of op hun zwakke plekken (eventueel stutten).
  9. Verwijder overhangende en dode boomtakken.
  10. Snoei struiken en of rooi bomen welke al overhangen en of dood zijn.
  11. Controleer het gebouw op loszittende delen. Denk hierbij aan dakpannen, dakleer, bouten, luifels, zonnepanelen, schotelantennes, lichtreclames etc.
  12. Zorg dat dakgoten en regenpijpen vrij zijn van bladeren waardoor het water door de daarvoor bestemde afvoerkanalen zijn weg kan vinden.
  13. Verstevig eventueel tijdelijk, de kwetsbare delen van het gebouw.

Tijdens de storm

  1. Houd de weersinformatie en eventuele weeralarmen in de gaten.
  2. Volg de aanwijzingen van de politie en de brandweer op.
  3. Denk aan je zelf. Het KNMI geeft niet voor niets aan weeralarm af. Als storm schade aan een opstal kan veroorzaken dan kan het ook schade aan een persoon toebrengen. Blijf dus binnen als het niet noodzakelijk is om de straat of de weg op te gaan. Denk aan de rondvliegende objecten tijdens de storm.

Na de storm

  1. Controleer het gehele gebouw na een storm op mankementen en zorg er voor dat deze zsm worden verholpen.
  2. Controleer ook de bomen en struiken in de tuin die kunnen ook schade hebben opgelopen welke weer een gevaar kunnen vormen voor de omgeving. Denk hierbij aan loshangende takken e.d.

Storm

Download hier alle maatregelen voor particulieren

Preventiemaatregelen voor commerciële ruimten

Preventiemaatregelen voor bedrijven

Huishouding

  1. Brandveiligheid begint bij een goede huishouding.
  2. Niet ordelijk opgeslagen goederen en afvalmaterialen leiden in de regel tot een toenemende verslechtering van de huishouding en daarmee een verhoogde kans op brand.

Afvalverweking

  1. Opslag en afval dient ordelijk te zijn en op daartoe ingerichte plaatsen te gebeuren.
  2. Instrueer personeel hier over.
  3. Zorg voor regelmatige afvoer ervan
  4. Geen opslag buiten tenzij minimaal 10 meter van het pand vandaan.
  5. Afvalcontainers dienen bijvoorkeur van metaal te zijn en afgesloten te kunnen worden met een deksel.
  6. Zorg dat er in de buurt van opslag van afval kleine blusmiddelen aanwezig zijn.
  7. Opslag buiten het pand neemt het risico van vandalisme en brandstichting met zich mee.

bedrijfsruimten-veiligheid

Roken

  1. Geef duidelijk aan waar wel en niet gerookt mag worden.
  2. Binnen roken alleen in de daarvoor bestemde ruimten (rokersruimte).
  3. Maak in de rokersruimte gebruik van veiligheidsasbakken en vlamdovende afvalbakken.
  4. Zorg voor een goede afzuiging.
  5. Buiten roken alleen op de aangegeven plekken. Zorg er ook hier weer voor dat sigarettenpeuken in vlamdovende afvalbakken terechtkomen (een emmer met zand is ook goed).

Brand gevaarlijke stoffen

  1. Brandgevaarlijke stoffen kunnen bijdragen tot een zeer snelle uitbreiding van een brand en eenvoudig worden ontstoken.
  2. Inventariseer welke stoffen er bij uw bedrijf aanwezig zijn en waar.
  3. Zorg voor de juiste preventieve maatregelen. Denk aan opvangbakken, veiligheidskasten en of veiligheidskannen etc.
  4. Opslag op grote schaal zullen in de regel onderworpen worden aan diverse overheidseisen voor opslag, gebruik en afvoer.

Brandgevaarlijke werkzaamheden

Het uitvoeren van brandgevaarlijke werkzaamheden zoals lassen, slijpen, solderen, afbranden van verf e.d is een veelvoorkomende brandoorzaak. Met name waar brandbaar materiaal aanwezig is. Denk hierbij aan; houten constructies, isolatiemateriaal, stofophoping, afval e.d.

  1. Neem voorzorgsmaatregelen om brand te voorkomen.
  2. Indien de werkzaamheden door derden worden verricht, laat deze dan het formulier brandgevaarlijke werkzaamheden tekenen.

Let op: het kan zelfs zo zijn dat als dit niet gebeurd en er ontstaat brand dat er geen dekking onder de polis is en of een zeer hoog eigen risico geldt.

  1. Dek voor aanvang van de werkzaamheden brandbare goederen af of verwijder ze.
  2. Beperk de hoeveelheid brandbaar werkmateriaal op het dak.
  3. Zorg voor een metalen lekbak welke onder een eventuele aanwezige bitumenketel geplaatst kan worden.
  4. Laat de gasflessen bij voorkeur op de begane grond staan.
  5. Propaan gasflessen dienen een doorstroombegrenzer te hebben.
  6. Controleer de gebruikte gasslangen op zichtbare beschadigingen en uitdrogingscheurtjes.
  7. Zorg er voor dat branders en gaskranen tijdens pauzes en na afloop van de werkzaamheden afgesloten worden.
  8. Zorg voor voldoende kleine blusmiddelen in de directe omgeving van de werkzaamheden
  9. Zorg voor een brandwacht.
  10. Zorg voor een branddeken.
  11. Zorg ervoor dat een mobiele telefoon beschikbaar is om de brandweer te bellen.
  12. Controleer een uur nadat de werkzaamheden zijn afgerond of er echt niets brand of smeult.

bedrijfsruimten-brand

Alarmprocedures

  1. Er vindt een calamiteit plaats. Derhalve zal het bedrijfsnoodplan ingaan.
  2. Zorg dat iedereen van het bedrijfsnoodplan op de hoogte is.
  3. Oefen dit jaarlijks, zodat iedereen weet als het echt gebeurd wat ze moeten doen naast het bedrijfsnoodplan dient er ook een ontruimingsplan te zijn.
  4. Zorg ook voor een bedrijfshulpverlening binnen uw organisatie.

Back-up procedures

  1. Maak dagelijks een back up.
  2. Denk hierbij aan de data maar ook aan de softwareinstellingen.
  3. Zorg ervoor dat er altijd een back up buiten het pand is.

Elektrische installaties

  1. Een van de grootste brandoorzaken in Nederland wordt gevormd door effecten in de elektrische installatie.
  2. De elektrische installatie wordt volgens de nen 1010 geïnstalleerd. Zorg ervoor dat dit altijd zo blijft. Ook na aanpassingen in de installatie.
  3. Zorg voor een regelmatige keuring van de installatie (eens per jaar of 3 of 5 jaar) voor de keuring bestaat de norm nen 3140.
  4. Vanuit de arbeidsomstandighedenwet is het ook een verplichting om de installatie te keuren. Veiligheid van mensen.
  5. Een thermografische inspectie is ook een mogelijkheid. Hier worden van verschillende onderdelen van de installatie thermografische foto's gemaakt.
  6. Dit is relatief goedkoper en kan uitgevoerd worden tijdens de belasting van de elektrische installatie.

Statische elektriciteit

  1. Dit verschijnsel instaat door wrijving van elektrisch slecht geleidende materialen. Het elektrostatisch opladen van personen en voorwerpen wordt in de regel niet of nauwelijks waargenomen, maar het ontladen des te meer. Bekend zijn de onprettige schokken die gevoeld kunnen worden bij het aanraken van een auto of een deurkruk. De meeste ontladingen zijn ongevaarlijk voor mensen en goederen. Echter elektrostatische ontladingen kunnen ook leiden tot brand, explosie en verstoring en of beschadiging van elektronische apparatuur. Een elektrostatische ontlading heeft genoeg energie om een brandbare vloeistof of gas te laten ontbranden of exploderen.

Kleine blusmiddelen

De kleine blusmiddelen zoals brandblussers en slanghaspels vormen een belangrijke brand preventieve voorziening. De brandweer stelt ook eisen aan de aanwezigheid van blusmiddelen. Daarnaast is praktijktraining van het personeel in het gebruik van de blusmiddelen ook een must.

  1. De algemene richtlijn is dat er één brandblusser per 200m2 vloeroppervlakte, opgehangen wordt op een goed bereikbare en aangegeven plaats.
  2. Tevens dient elke plaats in het bedrijf bereikbaar zijn met minimaal een straal water. Voor grotere ruimten is er een vuistregel dat vanaf ieder locatie tenminste 2 blusmiddelen zichtbaar moeten zijn.
  3. Laat de blusmiddelen ook jaarlijks keuren.

Branddetectie

  1. Automatisch branddetectiesystemen worden geplaatst om personeel in geval van brand tijdig te waarschuwen en om brandschade te beperken. Snelle detectie bij brand is essentieel. Tijdwinst is cruciaal.

Inbraakbeveiliging

  1. Goede inbraakbeveiliging is een combinatie van organisatorische, bouwkundige en elektronische maatregelen. De te nemen maatregelen dienen in overeenstemming te zijn met het inbraakrisico. Factoren die bijdragen tot de te nemen beveiligings- maatregelen zijn o.a. de aard van het bedrijf, de ligging en de attractiviteit van de goederen.
  2. Een richtlijn voor inbraakbeveiliging is vrki = verbeterde risico klasse indeling. In deze richtlijnen worden diverse factoren gewogen, die leiden tot een indeling in een risicoklasse. De risicoklasse bepaald de minimaal te nemen beveiligingsmaatregelen, waarbij voor bepaalde opties gekozen kan worden.

bedrijfsruimten-brand-2

Brandstichting

Brandstichting is een van de meest voorkomende brandoorzaken. Bedrijven kunnen zelf veel maatregelen nemen om brandstichting te voorkomen. Hieronder enige aandachtspunten;

  1. Zorg voor goede buiten en terreinverlichting.
  2. Zorg ervoor dat begroeiing rond het bedrijf zo laag mogelijk gehouden wordt om te voorkomen dat brandstichters zich kunnen verschuilen.
  3. Een hekwerk rond het terrein verkleint de kans op brandstichting.
  4. Ladders dienen bij voorkeur binnen bewaard te worden. Als het mogelijk is, dan vast aan een ketting.
  5. Brandbare vloeistoffen dienen in een afgesloten ruimte / kast opgeborgen te worden.
  6. Na werktijd dient een sluitronde gemaakt te worden.
  7. Brandbare goederen op het terrein dienen minimaal 10 meter van het pand af te staan.

Management / bedrijfsnoodplan

  1. Het bedrijfsnoodplan, ook wel calamiteitenplan genoemd, dient als basis voor de beperking van de negatieve gevolgen van ongewenste gebeurtenissen. Denk hierbij aan brand, instorting, bommelding, overstroming, milieuschade e.d. Het bedrijfsnoodplan kan bestaan uit een veiligheidsplan, ontruimingsplan en een beveiligingsplan.

Bedrijfsschade

  1. Na bijvoorbeeld een brand zal er veelal stagnatie van de productie of bedrijfsactiviteiten optreden. Denk ook aan bijvoorbeeld diefstal van een essentieel productie component. Je zal dus het gehele bedrijfsproces moeten doorlopen om te kunnen beoordelen waar de problemen na een calamiteit zitten en hoe deze op te vangen.

Continuiteitsplanning

  1. Dit dient om de gevolgen van een bedrijfsinterruptie te ondervangen en de bedrijfsschade te beperken. Dit gaat dus over de langere termijn, terwijl een bedrijfsnoodplan geldt voor de kortere termijn. Eigenlijk volgt de een de ander op.

Acculaadruimte

Niet iedere locatie is geschikt voor het opladen van accu's. Bij het laden van natte accu's ontstaat het explosieve waterstofgas. Hieronder zijn richtlijnen voor het laden van accu's.

  1. De acculaadruimte dient voldoende geventileerd te zijn.
  2. In de nabijheid van de accu's mag niet worden gerookt.
  3. De acculaadruimte dient vrij van opslag te zijn.
  4. Installeer een beugel voor het ophangen van de oplaadkabels.
  5. De conditie van de kabels dient regelmatig gecontroleerd te worden.
  6. In en nabij de ruimte moet een brandblusser aanwezig zijn.
  7. De vloeren moeten vloeistofdicht te zijn.
  8. Er dienen persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig te zijn.
  9. Het vat met zwavelzuur dient in een lekbak bewaard te worden.

bedrijfsruimten-bliksem

Bliksem en inductie

In Nederland vinden jaarlijks, 230.000 tot 430.000 ontladingen plaats. Het aantal inslagen varieert tussen de 20.000 en 42.700. Er zijn twee soorten blikseminslagen te onderscheiden; de wolk-aarde ontlading en de wolk-wolk ontlading. De eerst genoemde kan op twee manieren schade veroorzaken.

Directe inslag

De bliksem slaat in op een gebouw, waar het brand of schade veroorzaakt.

Indirecte inslag

De bliksem slaat in de (directe) omgeving van een gebouw in, waarbij het inductie schade veroorzaakt aan appartuur en materieel. Bij overweging om bliksembeveiliging te installeren is het van belang om vast te stellen wat er beveiligd moet worden: de opstallen, de elektronische apparatuur of beide.

Stofexplosie

Wanneer een compacte brandbare vaste stof tot ontsteking wordt gebracht, zal deze langzaam verbranden. We spreken dan van een brand. Het resultaat is anders wanneer dezelfde hoeveelheid stof met lucht vermengd wordt tot een stofwolk. Het aan lucht blootgestelde oppervlak van het stof is dan vele malen groter en zal zeer snel verbranden. Deze zeer snelle verbranding gaat gepaard met een explosie. Stofexplosies kunnen in vele industrieën voorkomen. De houtverwerkende industrie is er slechts een van. Stofexplosies kunnen ook voorkomen in veevoederbedrijven, melkpoederindustrie, bakkerijen, brouwerijen, kunststofindustie enz.

Storm

Storm komt het hele jaar voor in Nederland maar kans op zware storm is het grootst in de periode oktober tot en met maart. Bij het ontwerp van een pand wordt in de regel voldoende rekening gehouden met windbelasting. Stormschade ontstaat in de regel door onvoldoende onderhoud en uitstekende delen. Tijdens een storm ontstaan grote druk en zuigkrachten op de constructie. Met name materialen als lichtkoepels, asbest cement platen en golfplaten leveren de nodige problemen op. Veelal zijn deze materialen met het gebouw verbonden door relatief kleine oppervlakken (bevestigingsbouten of lijmverbindingen). Indien schade optreedt, scheuren deze materialen in de regel af op deze bevestigingspunten. Door regelmatig de onderhoudstoestand van het gebouw en met name het dak te controleren, kunt u de kans op stormschade zo klein mogelijk houden.

Waterschade

Er kan veel worden gedaan om waterschade te voorkomen.

  1. Zet goederen op pallets.
  2. Controleer jaarlijks de waterslangen van koffiemachines en afwasmachines.
  3. Slangen van bijvoorbeeld slanghaspels, verwarmingssystemen worden meestal automatisch gecontroleerd.
  4. Installeer eventueel waterdetectie.
  5. Controleer regelmatig dakafvoeren.

Atex

  1. De atex richtlijn is bestemd voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.

Feestdagen

Enkele malen per jaar zijn er feestdagen die de (brand) veiligheid in uw bedrijf negatief kunnen beïnvloeden.

Denk bijvoorbeeld aan de kerst:

  1. Koop een kerstboom welke geïmpregneerd is.
  2. Steek geen sterretjes of vuurwerk binnen af.
  3. Versieringen dienen onbrandbaar te zijn.
  4. Gebruik deugdelijke verlengsnoeren.
  5. Doe na werktijd altijd de verlichting uit.

 

Download hier alle maatregelen voor bedrijven